Verkoop via hoevewinkels groeit met 32%

De korte keten wordt populairder in Vlaanderen. De totale omzet van hoeveverkoop steeg vorig jaar met 32%, blijkt uit marktonderzoek van YouGov en iVox in opdracht van VLAM. Consumenten gaven per bezoek gemiddeld 4 euro meer uit. De hoeveverkoop komt zo boven het niveau van voor corona, maar blijft marginaal.

Naar aanleiding van de Week van de Korte Keten die dit weekend van start ging, komt VLAM met cijfers die de populariteit ervan in de kijker zet. De hoevewinkels zagen hun omzet met 32% stijgen, terwijl ook ook de boerenmarkten beter presteerden dan de voorbije jaren met een omzetstijging van 14%. Samen hadden de hoevewinkel en de boerenmarkt 1,3% van de distributie van verse voeding in Vlaanderen in handen in 2024. Eén op zeven Vlamingen doet aankopen via de korte keten. Het zijn vooral ouderen die aankopen doen via de boerenmarkt en de hoevewinkel. Het kerncliënteel van de hoeve bestaat uit gepensioneerden. Samen met de oudere koppels zonder kinderen en met één inkomen staan zij in voor 61% van de hoeveomzet. Gezinnen met kinderen zijn de tweede belangrijkste kopersgroep; zij nemen een vierde van de hoeve-omzet voor hun rekening. Aardappelen, groenten en fruit maken meer dan 40% van de omzet van de hoevewinkel uit, op de boerenmarkt is dit zelfs 45%. Op de boerenmarkt is het aanbod van overige producten zoals vis, brood en wijn ook aanzienlijk en zorgen zij voor 34% van de omzet. Bijna één product op drie dat via de korte keten verkocht wordt, is van biologische oorsprong. Naast de hoevewinkel en de boerenmarkt bestaat de korte keten uit afhaalpunten, webwinkels, coöperaties, groenteabonnementen, buurderijen en Community Supported Agriculture-initiatieven. Met de groei komt hoeverkoop boven het niveau van voor corona uit. Door de lockdowns steeg de belangstelling voor korte keten, maar die viel in 2021 opnieuw terug. In 2022 en 2023 zette die evolutie zich door, onder druk van de hoge voedselinflatie.