Via wat e-mailverkeer dat onze uitgever doorstuurde aan de redactie maakten wij onrechtstreeks kennis met Emilie de Morteuil. Daarin beschreef zij de recente activiteiten van The House of Agroecology, de vzw die zij samen met anderen heeft opgericht. “Bij ons gaan de opleidingen goed vooruit”, konden we lezen. “55 medewerkers van Delhaize, Carrefour en Colruyt Group hebben al vorming gekregen over agro-ecologie. We beginnen nu met de opleiding van de leveranciers, te beginnen met die van Carrefour.” Als journalist die reportages brengt over de retail, was ik uiteraard nieuwsgierig om te weten waar dat over ging …

Na een telefoontje en een rit van 45 minuten kon ik Emilie de Morteuil in levenden lijve ontmoeten in haar kantoor in Louvain-la-Neuve. Kunt u zich niet veel concreets voorstellen bij de term ‘agro-ecologie’? Een bezoek aan de website houseofagroecology.org biedt u zeker een veel vollediger en deskundiger antwoord dan wij u kunnen geven, maar kort samengevat gaat het om een geïntegreerde aanpak die duurzame landbouw- en voedselsystemen bedenkt en beheert, uitgaande van de wetenschappelijke kennis van de ecologische agronomie.

Hoe heeft Emilie de agro-ecologie leren kennen? Als master economie en management van de Louvain School of Management ontdekte zij de discipline tien jaar geleden, dankzij een lezing van Pablo Servigne, een landbouwingenieur opgeleid in Gembloux Agro-Bio Tech, die daarna zijn doctoraat behaalde aan de ULB. Zijn boek Comment tout peut s'effondrer - Petit manuel de collapsologie à l’usage des générations présentes uit 2015, was een groot succes en bracht een debat op gang. Een van de oplossingen om te vermijden dat we met ons hoofd tegen de muur lopen, is volgens hem de agro-ecologie. “Op dat moment hoorde ik voor het eerst praten over agro-ecologie”, legt Emilie uit. “Het leek mij echt een oplossing, maar ik had er nog nooit iets over gehoord. Ik zag dat er in België een interuniversitaire opleiding in de agro-ecologie bestond, die sindsdien is uitgegroeid tot een masterprogramma in Gembloux. Ik heb die opleiding gevolgd, terwijl ik aan het werken was. Zo kreeg ik zin om mijn kennis nog verder te verdiepen en daarom koos ik voor een master milieubeheer aan de ULB. Tot slot heb ik dan ook nog een opleiding voor voedingsdeskundige gevolgd, want voeding spreekt me zowel aan omwille van de milieuaspecten als op het vlak van de menselijke gezondheid. Ik wilde echt het verband kunnen leggen tussen de manier waarop er in de landbouw wordt gewerkt, de gezondheid van de bodem en de gezondheid van onze voeding qua micronutriënten.”

De lezers van dit artikel zullen intussen wel begrepen hebben dat Emilie de Morteuil een gedreven persoon is met een ongewone energie, een sterke overtuiging en een krachtige wil om haar kennis te delen. Dat zorgde er waarschijnlijk voor dat zij na haar heel volledige academische traject besliste een boek te schrijven: “Le guide de la consommation durable: prendre soin de soi et de la planète”. Op 350 pagina’s komen daarin allerlei thema’s aan bod, zoals voeding, water, chemische stoffen, textiel, enzovoort. Het belicht alle aspecten van onze consumptie vanuit een deskundig wetenschappelijk oogpunt, maar bespreekt ook praktische oplossingen.

Zeven jaar opdrachten voor Colruyt Group

Het verband tussen agro-ecologie en retail kwam er bijna per toeval: “Terwijl ik studeerde en mijn boek aan het schrijven was, werkte ik als zelfstandige. Ik had een opdracht voor Colruyt Group. Ik dacht niet dat die zou worden verlengd, maar uiteindelijk ben ik er meer dan zeven jaar gebleven, altijd als zelfstandige. Ik werkte op de afdeling duurzaamheid, op de afdeling landbouw en op de afdeling onderzoek en innovatie food om na te denken over de producten van de toekomst. Op dat moment stelde ik vast dat er daar veel financiële, technologische en menselijke middelen waren, die veel mogelijkheden voor ontwikkeling bieden, en dat Colruyt Group ook mooie waarden heeft. Ze vertrouwden mij en zo ben ik met hen over agro-ecologie beginnen praten. Ik moest hen eerst overtuigen dat het niet om een gril van wat yuppies ging. Daarna heb ik alle spelers in de agro-ecologie en de regeneratieve landbouw in kaart gebracht, door hen te gaan bezoeken. Dat Belgische ecosysteem van verenigingen die actief zijn in Vlaanderen en in Wallonië, heb ik dan aan Colruyt Group voorgesteld”, klinkt het.

 Uit die inventaris bleek al gauw dat het ecosysteem enorm veel spelers, kleine coöperaties en vzw’s telt. In de praktijk was het voor een grote organisatie als Colruyt Group onmogelijk om met hen allemaal afzonderlijk samen te werken. Ze moesten worden verenigd. Gaandeweg ontdekte Emilie dat er in Frankrijk een vereniging bestond met de naam ‘Pour une agriculture du vivant’ (PADV), die de waardeketens van de voeding wil veranderen door alle spelers te betrekken: landbouwers, coöperanten, verwerkers, retailers en restauranthouders.

 “Waarom zou hetzelfde niet mogelijk zijn in België? Ik nodigde de directrice van PADV uit om deel te nemen aan een eendaagse workshop in Brussel, met universiteitsprofessoren. Samen met mijn bondgenoten Pascal Durdu en Alban Bouvy hebben we heel wat uitnodigingen verstuurd. Tot mijn grote verrassing kwamen er bijna honderd mensen op af, onder wie de CSR-managers van belangrijke bedrijven als Colruyt Group, Carrefour, EXKii, McCain en Tiense Suiker”, verklaart Emilie. “Nadat ze hadden kennisgemaakt met het Franse voorbeeld, kwamen mensen van de bedrijven me aan het eind van de dag vragen waar ze hun handtekening konden plaatsen en wanneer we van start zouden gaan. Ik heb dan ook niet geaarzeld en samen met Pascal en Alban de vzw ‘The House of Agroecology’ opgericht. Ik heb dezelfde dag nog mijn opdracht bij Colruyt Group stopgezet, omdat ik me volledig neutraal moest kunnen opstellen.”

 Alle spelers in de keten samenbrengen

 Het eerste wat moest gebeuren, was het opstellen van de missie, de statuten, de waarden en vooral het bestuur van de jonge vzw. Op die manier zou zij zo neutraal mogelijk en ook zo representatief mogelijk zijn voor de hele waardeketen, door bruggen te slaan tussen de gewesten in het land, door wetenschappers te betrekken en door ervoor te zorgen dat het idee goed werd onthaald door de verenigingen die in België al actief zijn op het vlak van agro-ecologie of regeneratieve landbouw. “Pas toen ik zeker was dat we allemaal op dezelfde lijn zaten, ben ik naar de industriële actoren toegegaan en heb ik hen gevraagd om bij te dragen aan onze financiering: de activiteit van onze vzw berust niet op subsidies van de gewestelijke of de federale overheid, maar op de bijdragen van de leden”, vervolgt onze gesprekspartner. “Voor alle duidelijkheid: op dat vlak is er echt een verschil met het Franse model dat ons heeft geïnspireerd, want de Franse vereniging kan rekenen op veel hogere bijdragen. Maar de spelers uit de industrie hebben woord gehouden. Vanuit de retail hebben de drie belangrijkste supermarktketens zich aangesloten en Colruyt Group, Delhaize en Carrefour hebben zich meteen verbonden voor een periode van drie jaar – dat is fantastisch. Daarnaast hebben we spelers aangetrokken uit de sector van de voedselverwerking. En we waren aangenaam verrast dat zelfs landbouworganisaties als de Boerenbond en de Waalse Landbouwfederatie FWA zich hebben aangesloten en zich ook voor drie jaar hebben geëngageerd. Verder hebben we uiteraard ook zelfstandige landbouwers onder onze leden. Zij zijn de enigen voor wie het lidmaatschap gratis is. Onze raad van bestuur van tien leden wil alle spelers uit de waardeketen vertegenwoordigen: er zijn telkens twee zitjes voor de spelers uit de voedselverwerking, de retail en de catering en de partners uit de onderzoekswereld. De landbouwers hebben vier zetels, paritair verdeeld voor Vlaanderen en Wallonië. Op die manier zijn alle betrokken partijen op de juiste manier vertegenwoordigd, ‘from farm to fork’.”

 The House of Agroecology werd opgericht in maart 2023 en telt vandaag meer dan 65 leden. Hoewel de beweging de ambitie heeft om bij te dragen aan de transitie van de voedselwaardeketens in België, besefte zij al vlug dat ze eerst en vooral vorming moest opzetten voor verschillende doelgroepen. Voor de industrie of de retail zijn verschillende formats en onderwerpen mogelijk, maar alles begint met de basis: een halve dag om hun inkoop-, marketing- en duurzaamheidsverantwoordelijken uit te leggen hoe de agro-ecologie is ontstaan en waarin zij verschilt van de werkwijzen van de biologische landbouw of de conventionele landbouw. De opleidingen voor bio-ingenieurs duren drie dagen en hebben een veel technischere inhoud over de agronomische technieken, altijd gevolg door een getuigenis van een landbouwer die de overstap aan het maken is. “We hebben meer dan 55 mensen in de retail opgeleid”, stelt Emilie. “Maar we hebben ook strategisch advies geboden, door samen met de retailers na te denken over de beste manier om een eerste experiment op te zetten. Op hoeveel hectare? Hoe de leverancier ondersteunen?”