Thierry Cotillard, President of Intermarché Group & Netto, heeft een belangrijke visie op de strategische uitdagingen waarmee de retail en FMCG-sector geconfronteerd wordt. Die visie zal hij op 22 november delen met meer dan 200 beslissingsnemers uit de sector tijdens de Gala Night van The Retail Society. In afwachting daarvan stelden we hem alvast enkele vragen…

Uw bedrijf focust vooral op de traditionele versproducten (slagerij, vis,…). Is dat het enige domein waarop u zich kunt differentiëren van de concurrentie?

Dat klopt, een van de belangrijkste kenmerken van Intermarché is de kracht van onze "vers" en "traditionele producten"-afdelingen, en dat zowel in België als in Frankrijk. Het marktaandeel van Intermarché in Wallonië bedraagt bijna 5%. Bij de traditionele versproducten stijgt dat tot 6,3% en in bepaalde categorieën zelfs tot 10%. In Frankrijk loopt het marktaandeel voor die rayons zelfs op tot 16,7%, bovenop het marktaandeel van de massaconsumptiegoederen bij de "vers self-service"-afdeling van Les Mousquetaires (inclusief Netto) dat een marktaandeel van 15% in P10 wist te vergaren. Dat bewijst dat onze klanten onze expertise, die ons onderscheidt van de rest, erkennen.

Een expertise die hand in hand gaat met onze historische positie om dichtbij de mensen te zijn. We hebben in Frankrijk immers het meest geconcentreerde netwerk met een winkel om de 17 kilometer. Daarnaast hebben onze winkels ook een "humane" oppervlakte, aangezien zelfs onze “grote” hypermarktformaten een oppervlakte van maximum 5 à 6.000 m2 bestrijken, wat erg beperkt is ten opzichte van onze concurrenten.

Wat ons echter echt onderscheidt van onze concurrenten, is het feit dat we ons distributienetwerk op een unieke manier combineren met landbouwproductie-eenheden. Die historische combinatie levert ons een belangrijke troef op voor onze positie als “Producenten & Handelaars”. De groep Les Mousquetaires heeft de integratie van zijn 10 filialen met zijn 62 fabrieken en zijn visvloot trouwens fors doorgezet.

Aan de basis van die integratie ligt de ambitie van onze oprichter Jean-Pierre Le Roch om welvaart te creëren door te ageren op het mechanisme van de economie. Die visie versterkt vandaag ons engagement om de lokale economie dynamischer te maken, inspireert ons in onze strijd tegen "het dure leven", zorgt voor onze vastberadenheid om beter te produceren zoals onlangs werd beschreven in de États Généraux de l’alimentation in Frankrijk, drijft ons in onze acties om “beter te eten”…Net dankzij die ambitie ontwikkelt Intermarché de handel van vandaag en bereidt het die van morgen voor.

Wat betekenen die États généraux de l'alimentation (EGA) in Frankrijk voor Intermarché? En wat is de impact op winkels en de distributie?

Het doel van de EGA is, en ik citeer hierbij Macron tijdens zijn oorspronkelijke verklaring in juni 2017, “om producenten, verwerkers en distributeurs een werkwijze te laten vinden die aan ieder van hen in staat stelt om een waardig leven te leiden…kortom ze moeten de meerwaarde delen.”

Intermarché wil dat die dynamiek slaagt. We hebben er trouwens volop aan bijgedragen door deel te nemen aan workshops en door het charter van de EGA te ondertekenen. Het is echter niet zeker dat die stap ook een impact zal hebben op de boeren.

Daarom heb ik openlijk aangekondigd dat Intermarché positief staat tegenover de prijsverhogingen, die werden aangevraagd door de verwerkers aan ons als distributeur, voor producten afkomstig uit de landbouw. Maar wij vragen hen wel reële engagementen rond de juiste verloning van landbouwers. Want waarom prijsverhogingen accepteren als we niet zeker zijn dat Franse landbouwers ervan kunnen profiteren? 

Naast de partner van grote landbouw multinationals, is Intermarché ook een verwerker door zijn positie als producent en handelaar. We hebben directe relaties met bijna 20.000 partner landbouwers voor onze 62 fabrieken die de producten voor onze merken produceren. Daar waar we direct kunnen handelen, doen we dat ook. Of dat nu is door de verloning van landbouwers, het afsluiten van contracten, de begeleiding bij de conversie naar bio, of initiatieven zoals de melk “Les éleveurs vous disent merci” (de boeren danken u)…

Emmanuel Macron benoemt u tot minister van handel: welke maatregel zou u het eerst doorvoeren?

Wetende dat deze hypothese hoogst onwaarschijnlijk is, zou ik als minister beginnen met het vertekend concurrentiebeeld te herstellen dat klassieke bedrijven straft ten opzichte van grote e-commerce spelers. Een e-tailer waarvan de activiteit deels gedematerialiseerd is, heeft bijvoorbeeld niet dezelfde beperkingen voor zijn stockbeheer of zijn goederenstroom.

Maar die kenmerken (die voortvloeien uit de natuur van de online economie en die eigen zijn aan een gezonde concurrentie) worden versterkt door fiscale regels die wegen op de “bricks & mortar” economie. Daar moet aan toegevoegd worden dat die grote bedrijven regelmatig met de vinger gewezen worden omwille van de efficiëntie van hun fiscale optimalisatie, die mogelijk gemaakt worden door financiële constructies en die tegenover meer traditionele bedrijven een ongelijke concurrentie veroorzaken op vlak van bedrijfsbelastingen en BTW. Tegelijk betekenen ze een verlies van fiscale inkomsten voor de Europese lidstaten.

Daarom zou ik als minister van handel eerst voorwaarden opstellen zodat de fysieke retailers, die onderdrukt worden door die abnormale en absurde ongelijkheid, het hoofd kunnen bieden aan de noodzakelijke evoluties en innovaties in de e-commerce. Onze traditionele Franse handel heeft altijd geleden onder concurrentiedruk. Toch is het belangrijk dat je als minister van handel waakt over de naleving van rechtvaardigheid op dat concurrentieel slagveld, zodat retailers zich kunnen heruitvinden in deze nieuwe context.