Brazilië besliste onlangs om een antidumpingtaks in te voeren op verwerkte en diepgevroren aardappelproducten afkomstig uit België, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De taks kan vooral de uitvoer van Belgische en Nederlandse frieten hard treffen.

In 2015 exporteerden deze vier landen samen ongeveer 165.000 ton aardappelproducten naar Brazilië. België (71.000 ton) en Nederland (83.000 ton) waren duidelijk de grootste exporteurs.

De invoer van frieten uit West-Europa is al jaren een doorn in het oog van de lokale Braziliaanse verwerkers van aardappelproducten. Twee jaar geleden vroeg het bedrijf Bem Brazil Alimentos de Braziliaanse regering om een onderzoek naar eventuele dumpingpraktijken. Volgens het bedrijf worden de producten ingevoerd aan een prijs die lager is dan de verkoopprijs in andere landen. Het onderzoek concludeerde dat de invoerprijzen in Brazilië 18 tot 41% lager waren dan de prijzen die voor de export naar het VK aangerekend worden.  Voor België was het verschil 24,8% en voor Nederland 41,4%.  

Hoge taks

Hoe hoog de taks wordt, is nog niet gekend. In het slechtste geval zouden de diepgevroren aardappelproducten uit West-Europa tot 40% duurder kunnen worden in Brazilië.

Volgens het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw en de Nederlandse Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) beantwoordt  de enquête  niet aan de criteria van de WTO en niet de maatregel naar zuiver protectionisme.

 

Inefficiënte logistiek

De Braziliaanse frietproducenten kunnen moeilijk concurreren met de Europese export omdat de logistiek in onze contreien veel efficiënter is opgezet dan die in Brazilië. De opbrengt per are is zeer hoog, de verwerkingsfabrieken liggen vlakbij de productievelden en de havens liggen vlakbij de fabrieken.

Een tweede factor is de transportprijs van koelcontainers naar Brazilië. Dat land exporteert veel meer verse producten naar Europa dan omgekeerd. Dat verplicht de rederijen er toe om veel lege koelcontainers naar Brazilië te sturen of te laden voor een habbekrats.