De provincie Antwerpen beschikt over een totale netto-winkelvloeroppervlakte van 3.603.000 m². Deze meting, uitgevoerd in mei, is inclusief de leegstaande panden. Terwijl de winkeloppervlakte de voorbije jaren steeds toenam, blijft ze sinds 2016 stabiel. Het aantal winkelpanden neemt echter af. Het zijn er 1.480 minder dan in 2012. Met 32.884 panden staat de provincie Antwerpen wel nog op kop in Vlaanderen.
De vijf Vlaamse provincies publiceren jaarlijks de gemeentelijke feitenfiches voor detailhandel. Elk van de 308 Vlaamse steden en gemeenten krijgt een fiche met data over het detailhandelsaanbod, demografische en tewerkstellingscijfers en dergelijke.
De provincie Antwerpen bracht op basis daarvan de detailhandel in kaart. Zo vernemen we dat met 1.020.000 m² winkelvloeroppervlakte de stad Antwerpen bijna een derde van het totaal in de provincie vertegenwoordigt. Dat is goed voor de koppositie in Vlaanderen. Mechelen en Turnhout nemen respectievelijk de 10de en 11de plaats in van de 13 centrumsteden in Vlaanderen.
Meubels, levensmiddelen en mode
In de provincie worden vooral goederen verhandeld die met het huis en de tuin te maken hebben, zoals meubelwinkels, doe-het-zelfzaken enzovoort. Deze winkels staan op één in de top 3, met 40 % van de netto-winkelvloeroppervlakte. Op de twee plaats komen de ‘dagelijkse’ winkels (levensmiddelen, supermarkten, bakkerijen, beenhouwerijen,…) met 22% van oppervlakte en op de derde de mode- en luxewinkels (kledingzaken, schoenenwinkels) met 18% van de oppervlakte.
Minder winkels in dorpscentra
Uit de cijfers blijkt nog dat de detailhandel steeds vaker buiten de winkelkern te vinden is. 50% van de winkelvloeroppervlakte in de provincie ligt buiten kernwinkelgebieden. Het gaat dan vooral over winkels langs steenwegen en in het buitengebied, alleenstaand of geclusterd in grootschalige concentraties. Deze trend heeft effect op het aanbod in de grote en kleine dorpscentra, waar het aantal panden en de winkelvloeroppervlakte afnemen.
Volgens gedeputeerde voor Economie Ludwig Caluwé wil de provincie Antwerpen de steden en gemeenten stimuleren om voor kernversterking in hun winkelgebied te gaan. “Te veel handelspanden buiten de winkelkernen zorgt voor een leegloop van het centrum en creëert een verloedering van de open ruimte”, stelt hij.
Onevenwichtige verdeling
Dankzij de gemeentelijke feitenfiches kan men ook vaststellen dat in sommige gemeenten het detailhandelsaanbod buiten proportie is ontwikkeld. In de meeste gevallen zijn dat gemeenten met een shoppingcentrum of een grote concentratie baanwinkels. Voorbeelden zijn Wijnegem met een detailhandelsaanbod van 6.155 m²/1.000 inwoners, Schelle (Boomsesteenweg) met 4.500 m²/1.000 inwoners en Olen met van 4.400 m²/1.000 inwoners.
“Dankzij deze feitenfiches weten steden en gemeenten voor welke uitdagingen ze staan. En ze staan er niet alleen voor. Ze kunnen beroep doen op het provinciale ‘coachingstraject detailhandel’. Een van de belangrijke stappen hierin is de afbakening van het kernwinkelgebied, wat reeds 15 gemeenten in onze provincie reeds hebben gedaan,” zegt De Caluwé.