Er is de afgelopen dagen heel wat inkt gevloeid over het nieuws dat Delhaize 128 eigen verkooppunten wil omvormen tot franchisewinkels. De redactie van Gondola heeft zijn berichtgeving bewust erg sober en feitelijk willen houden, maar wil nu toch enkele stellingen onder de loep nemen die deze week op grote schaal zijn verspreid of gereproduceerd. Wat is echt of nep?

#1. De beslissing van Delhaize zou een bedreiging zijn voor de werkgelegenheid.

Nee, in dit stadium komt het nieuws vooral als een verrassing. Voor het betrokken personeel is het zelfs een schok, wat natuurlijk volledig begrijpelijk is. Het is duidelijk het begin van een sociaal conflict waarvan gezegd wordt dat het zwaar zal zijn. Maar een sociale ramp? Dat niet. In het ergste geval is het een evolutie die de sociale partners uiterst onaangenaam vinden, omdat de werknemers van paritaire comités moeten wisselen en omdat de vakbonden geen permanente vertegenwoordiging in het bedrijf meer hebben, aangezien elke winkel aan een KMO wordt gegeven die niet aan dezelfde regels is onderworpen. Het is begrijpelijk dat er wantrouwen bestaat. Maar in tegenstelling tot de herstructureringsgolven die de Belgische retail al gekend heeft, worden de banen zelf niet rechtstreeks bedreigd. Laten we een tegenovergestelde case nemen: Makro heeft nooit geprobeerd het paritair comité te veranderen of een permanente vakbondsvertegenwoordiging te vermijden. Wat bij Makro ervoor gezorgd heeft dat er jobs verdwenen, was het faillissement.  En nog daarvoor: de commerciële mislukking. Handel is geen risicoloze business. Daarom proberen retailers zich aan te passen.