De Chinese fast fashion gigant Shein heeft een beursgang aangevraagd in de Verenigde Staten, meldt de Wall Street Journal. De beursgang, die een van de grootste van de afgelopen jaren lijkt te worden, zal naar verwachting in 2024 plaatsvinden.

De Chinese retailer die gespecialiseerd is in de online verkoop van modeartikelen tegen zeer lage prijzen heeft naar verluidt een confidentieel verzoek ingediend voor een beursgang in de Verenigde Staten, een stap die "in 2024 zou kunnen plaatsvinden", schrijft de Wall Street Journal op basis van bronnen dicht bij de zaak. Het bedrijf, dat in 2008 werd opgericht in Nanjing (China) en nu is gevestigd in Singapore, wordt gewaardeerd op zo'n 66 miljard dollar. De aanstaande beursgang zou daarom wel eens een van de grootste van de afgelopen jaren kunnen worden, voegt de Amerikaanse krant eraan toe. De banken Goldman Sachs, JPMorgan Chase en Morgan Stanley zouden verantwoordelijk zijn voor het opstellen van het bod, maar ze weigerden commentaar te geven aan de krant. In 2022 boekte Shein een omzet van 23 miljard dollar en een nettowinst van 800 miljoen dollar. Maar het succesverhaal van het Chinese platform, dat zijn producten in meer dan 150 landen verkoopt, gaat ook gepaard met veel kritiek en beschuldigingen. Zo zou het bedrijf zorgen voor rampzalige gevolgen voor het milieu, aanzetten tot overconsumptie, dwangarbeid, plagiaat, enzovoort. Deze zomer nog werd Shein voor een Amerikaanse rechtbank aangeklaagd wegens schending van auteursrechten, op zo'n grote schaal dat de praktijk onder een wet tegen "georganiseerde misdaad" zou kunnen vallen, zoals de CBS News website destijds meldde.