COVID-19 blijft een grote impact hebben op het algemeen thuisverbruik van verse voeding en in het bijzonder op het verbruik van vis, week- en schaaldieren. De aankopen voor het thuisverbruik van de totale categorie vis, week- en schaaldieren groeiden in de periode juli 2020–juni 2021 sterker dan de totale voedingsaankopen. Zo concludeert VLAM uit de cijfers die marktonderzoeksbureau GfK Belgium via zijn panel van 6.000 Belgische gezinnen verzamelde.

De besteding van verse voeding lag in de periode juli 2020–juni 2021 voor de tweede periode op rij hoger dan vóór de coronacrisis: voor juli 2019–juni 2020 ging het om +6,7%, nu om +4,6%. De visbestedingen kenden een sterkere groei dan de algemene voedingsbestedingen. De totale categorie vis, week- en schaaldieren groeide in deze periode met 6% in volume per capita en met 10% in bestedingen per capita. De groei in de voorbije periode was het sterkst bij de verse vis­bereidingen (+27% in bestedingen), verse vis (+13%) en gerookte vis (+11%).

In de voorbije periode kocht de Belg 9,6 kg vis, week- en schaal­dieren (vers, diepgevroren en verwerkt, inclusief vissalade en visconserven) voor een waarde van 127 euro. Ruim de helft hiervan wordt als vers gekocht.

De Vlaming is de grootste viseter in België en koopt 0,7 kg meer vis, week- en schaaldieren dan de Waal, maar het verschil wordt kleiner. De Waal eet relatief meer visconserven dan de Vlaming, die eerder kiest voor verse vis. In de periode juli 2020-juni 2021 kochten 94 gezinnen op 100 vis, week- en schaaldieren en deden dit gemiddeld 19 keer.