In de retail zijn steeds meer flexi-jobbers aan de slag. De federale regering heeft nu beslist om het systeem in nog meer sectoren in te voeren, waaronder de voedingssector. Tegelijk worden er beperkingen ingevoerd. Er komt onder meer een plafond op hoeveel werknemers kunnen bijverdienen, terwijl de werkgeversbijdrage stijgt van 25% naar 28%.

De verschillende partijen binnen de federale regering hadden een flinke kluif aan de uitbreiding van het flexijob-systeem. Daarmee kunnen gepensioneerden of werknemers die vier vijfden werken belastingvrij bijverdienen in een beperkt aantal sectoren. Vooral de liberalen zijn voorstander van een verdere uitbreiding van het systeem, terwijl onder meer de PS zich een fervent tegenstander toont, omdat het de financiering van de sociale zekerheid in het gevaar brengt. Het compromis bestaat erin dat flexijobs in 12 nieuwe sectoren ingevoerd worden, waaronder de voedingssector en de land- en tuinbouw, maar dat tegelijk de barema’s in de sector moeten gerespecteerd worden (met uitzondering van de horeca), dat werknemers er maximum 12.000 euro per jaar mee kunnen verdienen en dat de werkgeversbijdrage stijgt van 25% naar 28%. De Franstalige socialisten maken zich zo sterk dat het voor een werkgever niet aantrekkelijker wordt om een flexijobber aan te nemen in plaats van een reguliere werknemer. De uitbreiding van het systeem roept vragen op, omdat de behoefte aan en/of de doeltreffendheid van flexijobs in sommige sectoren, zoals zorg, vastgoed en onderwijs, zeer discutabel is. De uitbreiding van het systeem moet de regering, via de hogere werkgeversbijdrage en minder zwartwerk, 70 miljoen euro opleveren.