Jo Willemyns stond – enigszins in de schaduw van Jef Colruyt en zijn opvolger Stefan Goethaert – gisteren de pers te woord. De winkeldirecteur en operationeel directeur van de winkelactiviteiten van Colruyt Group toonde zich af en toe scherp en tackelde sommige leveranciers en concurrenten.

Hij stond na de voorstelling van de resultaten en de bespreking van de strategie van Colruyt Group in een hoek van de vergaderzaal in het hoofdkwartier van Colruyt Group. Buiten ging alle aandacht van vooral de audiovisuele pers naar Jef Colruyt en Stefan Goethaert, maar binnen gaf Jo Willemyns zijn eigen analyse van de foodretailmarkt. Over Colruyt zelf kon hij voorzichtig tevreden zijn. De omzet steeg in het voorbije boekjaar met 7% naar 10,8 miljard euro, het marktaandeel steeg lichtjes van 30,8% naar 31%. Het nettoresultaat ging door de hoge kosten en inflatie wel stevig achteruit, met 30,4% naar 201 miljoen euro. “Wat de hyperinflatie en de hoge kosten voor lonen en energie betreft, hebben we het ergste achter de rug”, aldus Willemyns.

U stelt zich vragen bij de werkwijze van sommige leveranciers, gaf u tijdens uw presentatie aan.

Een aantal leveranciers is erin geslaagd prijzen op te trekken waardoor ze over de grens van prijselasticiteit aan het gaan zijn, wat voor niemand goed is.

Sommigen spreken van graaiflatie.

Ik spreek me daar niet over uit. Ik ken de cijfers van voedingsbedrijven niet, maar van ver ziet het er soms wel een beetje zo uit. Je hebt daar twee aspecten aan: wat is de mate waarin ze kosten doorrekenen en de timing ervan. Er zijn er die heel snel heel veel hebben proberen door te rekenen, anderen niet. Ik wou vooral wijzen op de impact. We zien veel downtrading, consumenten die kiezen voor private label in plaats van nationale merken. Dat heeft zich vooral vanaf december doorgezet.