Handelaars moeten binnenkort minder transactiekosten betalen bij elektronische betalingen. Dat heeft de federale regering beslist. De kosten voor alle elektronische transacties tot 50 euro dalen, bij transacties onder de 25 euro worden de kosten gehalveerd.

Goed nieuws voor handelaars: de kosten voor de interchange fee, de kosten die handelaars moeten betalen bij elektronische betalingen en die worden geïnd door de bank van de klant, gaan omlaag. Sinds 2016 zit er plafond op die fee: maximaal 5 cent per transactie en maximaal 0,2% van het transactiebedrag. Dat percentage wordt voortaan verlaagd tot 0,1%. En dat is niet alles: minister van Economie Pierre-Yves Dermagne heeft de FOD Economie ook gevraagd om een vergelijkingstool voor elektronische betaaloplossingen te ontwikkelen om handelaars beter te informeren over de markt en de concurrentie op de markt te stimuleren.

Sectorfederatie Febelfin, dat eerder al een negatief advies had geformuleerd over de verlaging van de interchange fee, waarschuwt dat de halvering van de maximale kosten van deze fee maar een klein effect zou hebben voor de handelaars. De interchange fee is namelijk een van de drie kosten­componenten van kaartbetalingen, en vaak het kleinste deel. Het Neutraal Syndicaat voor de Zelfstandigen (NSZ) reageert wel tevreden met de beslissing: “We wezen er al lange tijd op dat winkeliers bijna alle kosten voor hun rekening namen. Dit was niet normaal, vooral omdat het elektronisch betalen hen was opgelegd door de overheid", reageert het NSZ, dat Dermagne oproept om de aanbieders van elektronische betaalmogelijkheden snel rond de tafel te krijgen. "We willen dat handelaars, vrije beroepen en zelfstandigen gemakkelijk en snel van leverancier kunnen veranderen. We denken aan een maximale opzegtermijn van een maand", klinkt het.