Op het eerste gezicht gaat het goed met de voedingsindustrie, maar schijnt bedriegt, zegt Fevia bij de voorstelling van zijn jaarrapport: ze ziet voor het vierde jaar op rij de volumes dalen. Ook het aantal faillissementen stijgt en tegelijk zijn de marges historisch laag. Reden genoeg voor bezorgdheid, aldus de sectorfederatie.

De Belgische voedingsindustrie was vorig jaar goed voor een omzet van 81 miljard euro, waarvan 38 miljard euro voor export, en 102.000 directe jobs. Met meer omzet en meer werkgelegenheid lijkt de situatie prima, maar volgens Fevia is dat slechts schijn. “Ons verkochte volume daalt voor het vierde jaar op rij en het aantal faillissementen stijgt. De rendabiliteit van voedingsbedrijven staat onder druk en elke dag blijven 4.500 vacatures oningevuld wegens gebrek aan juiste profielen, wat ongezien is in de sector.” De lobbyorganisatie van de voedingsindustrie wijst ook naar de “dikke lasagna aan taksen en hoge loonkosten die het voor Belgische bedrijven quasi onmogelijk maakt om te concurreren.” 

Fevia vraagt dat Belgische politici maatregelen nemen om het tij te keren. In de eerste plaats wil het dat de regering de loon- en energiekosten en de administratieve lasten verlaagt. Daarnaast moet de overheid ook zorgen voor voldoende beschikbare arbeidskrachten, onder meer door het verhogen van de instroom in STEM-richtingen en STEM-geletterdheid in het onderwijs, werkplekleren en economische migratie voor geschoolde werknemers en knelpuntberoepen. Fevia vraagt ook meer evenwicht en betere verdeling van kosten en marges in de keten door wetgeving die voedingsproducenten beschermt tegen oneerlijke handelspraktijken en toezicht op de naleving daarvan. “Tenslotte vragen we ook een echt industrieel en toekomsgericht beleid om een sterke en duurzame voedingssector in België te houden. In de huidige onzekere geopolitieke context is het meer dan ooit belangrijk om voedselvoorziening in eigen land te houden.” Fevia presenteert ook een memorandum met 15 voorstellen voor “een duurzame toekomst dankzij een sterke voedingsindustrie”.