Door de coronacrisis verliest de non-foodsector maandelijks zo’n 3,3 miljard euro omzet. Daarbij is het vooral de fashion retail die hard getroffen wordt. Handelsfederatie Comeos vreest voor veel faillissementen en roept op om winkels die de gezondheid van hun klanten en medewerkers kunnen garanderen terug te laten openen.

Het ziet er niet goed uit voor de non-foodsector in deze coronatijden. Volgens handelsfederatie Comeos verliest de sector maandelijks maar liefst 3,3 miljard euro omzet, ofwel zo’n 835,6 miljoen per week, door de sluiting als gevolg van het coronavirus. De non-foodsector behaalt nu slechts 10% van zijn normale omzet. “Een echte catastrofe”, aldus Dominique Michel, CEO van Comeos.

Toch wordt vooral de fashion retail zwaar getroffen. Daar stapelen de verliezen zich  op tot 562,5 miljoen euro per maand, ofwel zo’n 23,4 miljoen per dag. “Verschillende CEO’s hebben me verteld dat ze een faillissement voorbereiden. Ze zien geen uitweg meer als dit nog lang blijft duren. We moeten oppassen dat de gezondheidscrisis geen sociale crisis wordt”, vervolgt  Dominique Michel. “De handel is de grootste werkgever van het land. En nergens werken zoveel mensen die minder gekwalificeerd zijn. Het zijn die mensen die de komende maanden hun  job dreigen te verliezen als gevolg van faillissementen.”

Uit een enquête van Comeos blijkt dat 56% van zijn leden begin april 2020 geen geld meer had om facturen voor gas, huur, water, leveranciers,…te betalen. Een belangrijke vaststelling, zeker als je weet dat de handelssector traditioneel een van de belangrijkste pijlers is van de Belgische economie. “De handel is goed voor een aandeel van 11% in de totale toegevoegde waarde in België. Als het daar niet goed gaat, dan heeft dat een impact op veel andere sectoren. Niemand renoveert bijvoorbeeld nu nog zijn winkel en dat is slecht voor de bouw”, vertelt de CEO.

En dat is niet het enige, ook de Belgische begroting voelt de gevolgen. “Stel dat de handel bij heropening terugkeert naar omzetten rond 50% van de pre-coronaomzet, dan levert dat de staat per week zo’n 78 miljoen euro aan btw-inkomsten en zo’n 34,3 miljoen euro aan RSZ-inkomsten op. En die inkomsten loopt de overheid nu mis”, aldus Dominique Michel. Hij benadrukt trouwens dat we realistisch moeten zijn en moeten beseffen dat we niet opnieuw naar de normale verkoop voor de coronacrisis kunnen.

Om nog meer schade te vermijden, roept Comeos op om alle winkels die de gezondheid van hun medewerkers en die van hun klanten kunnen garanderen, terug te laten opengaan. En daarvoor zullen ze de maatregelen die nu al van toepassing zijn in tuincentra, doe-het-zelfzaken en voedingswinkels moeten volgen. “Als een keten met 100 vestigingen de gezondheid van zijn klanten en medewerkers in slechts 70 winkels kan garanderen, dan zullen die andere 30 verkooppunten moeten sluiten. Dat is niet fijn, maar we hebben geen andere keuze”, klinkt het bij de topman, die benadrukt dat Comeos nog specifieke adviezen zal uitwerken voor de verschillende type winkels. Bij kappers zullen er immers andere maatregelen van kracht zijn dan bijvoorbeeld in een modewinkel waar de paskamer gedesinfecteerd moeten worden.

Wat Comeos daarentegen niet wil is dat de overheid winkels laat opengaan op basis van criteria als grootte, het type of het aantal winkels. “Grote en kleine winkels hebben afgelopen weekend perfect aangetoond dat ze zich aan de regels kunnen houden. Ook een selectie op basis van type heeft geen zin, want dit zou enkel leiden tot oneerlijke concurrentie aangezien winkels tegenwoordig toch een breed assortiment aanbieden. Bovendien is het ook beter om direct zo veel mogelijk winkels te openen, want dan is er een betere verspreiding van het aantal klanten”, besluit Dominique Michel.