Gisteren heeft het federaal parlement ingestemd met een wetsvoorstel tot omzetting van twee belangrijke Europese richtlijnen inzake koopovereenkomsten tussen consumenten en handelaars. 

De eerste richtlijn beoogt een beter kader te bieden voor overeenkomsten met betrekking tot digitale producten en diensten, terwijl de tweede de wettelijke garantieregeling versterkt en uitbreidt tot goederen met digitale elementen. Ter herinnering: de wettelijke garantie beschermt de consument tegen gebreken die zich binnen twee jaar na de aankoop van een product voordoen.

Tot nu toe hoefde de consument niet te bewijzen dat een gebrek al bestond op het tijdstip van de aankoop, indien het gebrek zich binnen de eerste zes maanden voordeed. Daarna was het aan de consument om te bewijzen dat het gebrek reeds bestond op het tijdstip van aankoop en dat het niet te wijten was aan verkeerd gebruik, hetgeen in de praktijk zeer moeilijk bleek te zijn. Voortaan ligt de bewijslast voor de gehele duur van de garantie van twee jaar bij de verkoper. "Deze verlenging van de vermoedelijke termijn is een grote stap voorwaarts in de consumentenbescherming en een overwinning voor ons als consumentenorganisatie die hiervoor al jaren ijvert", stelt Jens Van Herp, woordvoerder van Test Aankoop.