De Belgische biomarkt is het afgelopen jaar met 15% gestegen. Die groei was vooral te danken aan Wallonië. Vlaanderen heeft daarentegen een flinke achterstand opgelopen. Daarnaast steeg ook het marktaandeel van biologische producten van 3,3 naar 3,9%, en bleef de klassieke supermarkt nog steeds het belangrijkste biokanaal (36%), al volgt de speciaalzaak op de voet. Dat blijkt uit cijfers van GfK in opdracht van VLAM.

Bio is aan een serieuze opmars bezig. Dat blijkt uit recente cijfers van GfK dat onderzoek deed naar de aankopen rond verse voeding (inclusief diepvries- en kruidenierswaren zoals ontbijtgranen, rijst, droge deegwaren, wijnen en bier) bij 5.000 Belgische gezinnen, in opdracht van VLAM. De Belgische gezinnen besteedden vorig jaar 760 miljoen euro aan biologische producten. Dit was 15% meer dan in 2017. 38%, ofwel 289 miljoen euro, daarvan is afkomstig van Vlaanderen. Een teleurstellend resultaat, aangezien Vlaanderen zo onder de verwachtingen blijft en flink achterloopt op Wallonië.

De groei van de biobestedingen is echter wel hoger dan de groei van 1,1% van de totale voedingsbestedingen. De stijging bij bio wordt vooral verklaard door de expansie in Wallonië en een hogere aankoopfrequentie (+1 aankoopakte/ jaar) die in contrast staat met de dalende aankoopfrequentie (-4 aankoopaktes/jaar) bij het gangbare. 

Opvallend: consumenten zijn bereid om steeds meer uit te geven aan bioproducten. De biobesteding steeg vorig jaar immers tot 46 euro per capita. Qua besteding per capita staan biozuivel en biogroenten op één en twee. De koploper is biozuivel met 9,54 euro per capita gevolgd door de biogroenten met 8,32 euro. Verder volgen fruit (6,69 euro) en vlees/gevogelte (5,69 euro). Daarna komen bio-eieren met 2,61 euro, biobrood met 2,27, bioaardappelen met 1,56 euro en biovleeswaren met 1,53 euro. De biovleesvervangers (0,99 euro) en biozuivelsubstituten (0,59 euro) sluiten de rij.

Verder steeg ook het aantal bioproducten tot 13.000 vorig jaar. In de winkelrekken liggen tegenwoordig trouwens ook meer verwerkte en voorverpakte bioproducten.

Vlaanderen heeft grote achterstand

In 2018 groeide de biologische verscategorie in België met 18%. Die groei was volledig toe te schrijven aan Wallonië +40%. In de Brusselse regio, die sterk groeide in 2016, bleef de groei vorig jaar bescheiden (+5%). Vlaanderen bleef ter plaatse trappelen en heeft zowel in absolute als in relatieve cijfers een duidelijke achterstand op Wallonië. Zo verdubbelden de biobestedingen in Vlaanderen tussen 2008 en 2018, terwijl het aantal biobestedingen in Wallonië en Brussel in die periode verdrievoudigde.

De belangrijke groeiers in 2018 ten opzichte van 2017 waren: eieren, vlees (inclusief vleeswaren) en zuivel. Bij de verwerkte bioproducten deden: pizza’s, quiches en kant-en-klaarmaaltijden het uitstekend. Ook biorijst en biobier deden het vorig jaar zeer goed. Bij de grootste dalers behoorden: melksubstituten, vleesvervangers en wijn. Op lange termijn is de grote winnaar de categorie ‘vis, week- en schaaldieren’.

‘Aardappelen, groenten en fruit (AGF)’ is belangrijkste biocategorie

Over het algemeen worden biologische AGF-producten het meest gekocht. Die zijn goed voor 40% van het totaal aantal biobestedingen. Bij gangbare producten is dit aandeel van AGF slechts 23%. De categorie ‘vlees, vis en ei’ neemt één vierde van de biobestedingen voor haar rekening. Deze categorie is voor de gangbare producten echter veel aanzienlijker (40%). Het zuivelaandeel schommelt zowel bij bio als bij het gangbare circuit rond de 20%. De graanproducten nemen bij bio 12% in en bij de gangbare producten 9%. Wijn en bier tot slot zijn bij bio goed voor 3% van het assortiment tegenover 9% bij het gangbare.

9 op 10 kopers koopt een keer per jaar bio

Het aantal kopers dat op jaarbasis minstens eenmaal een vers bioproduct koopt, blijft met 9 op 10 kopers op een zeer hoog peil. De biobestedingen worden voor 60% gerealiseerd door de frequente biokopers die minstens wekelijks bio kopen. Deze groep maakt 11% uit van de kopers.

Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. Het aantal biokopers was vorig jaar stabiel tot licht stijgend voor alle categorieën. De kopers van biogroenten zijn veruit de grootste groep. 71% van de Belgische gezinnen kopen wel eens biogroenten. Op de tweede plaats komt fruit met 51 kopers op honderd op de voet gevolgd door zuivel (49 kopers). Sinds 2005 is het kopersaantal voor fruit ruim verdubbeld. Het aantal kopers van bio-eieren staat op de vierde plaats met 33% en zit in de lift. De sterkste groei noteerden we bij bio-aardappelen. Hier verviervoudigde het aantal kopers sinds 2005 van 5 naar 22 op honderd. Onderaan het lijstje staat de vlees- en gevogeltecategorie, die in de periode 2005 tot 2010 fors nieuwe biokopers wist aan te trekken maar het daarna minder goed deed en nu stabiliseert. Het rijtje wordt afgesloten door de vleesvervangers met 10 kopers op 100.

Marktaandeel bio stijgt en varieert sterk van product tot product

Het marktaandeel van de biologische versproducten in België blijft beperkt maar groeit gestaag en bedraagt nu 3,9%. Het marktaandeel van bio verschilt wel sterk van product tot product. De vleesvervangers hebben met 27% het grootste marktaandeel. Een andere categorie met een hoog bio-aandeel is ‘eieren’. Het marktaandeel van bio-eieren bedroeg vorig jaar 18,1% en is hiermee de sterkste groeier. De AGF-categorie heeft ook een hoger bio-aandeel dan gemiddeld namelijk: 8,7% voor groenten, 5,4% voor fruit en 6,5% voor aardappelen. Brood en zuivel zitten met een bio-aandeel van respectievelijk 4,2% en 3,8% rond het gemiddelde. Gevogelte en vlees presteren onder het gemiddelde. Vleeswaren bengelen achteraan met het laagste bio-aandeel van 1,2%.

Het marktaandeel van bio in Vlaanderen bleef vorig jaar stabiel waardoor de kloof met Wallonië groter werd. In het zuiden van het land bedraagt dit aandeel ruim 6% terwijl Vlaanderen 2,5% haalt.

De grootste groeiers zijn tweeverdieners en welgestelde gezinnen met kinderen

De welgestelde gezinnen met kinderen en de jonge alleenstaanden hebben het hoogste bio-aandeel van zo’n 5%. In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de belangrijkste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de helft van de biobestedingen terwijl zij 39% van de bevolking uitmaken.

De grootste stijging qua bio-aandeel, in de periode 2008 tot 2018, vinden we bij de welgestelde gezinnen met kinderen en bij de tweeverdieners zonder kinderen. Huishoudens met kinderen met een beperkt inkomen hebben het laagste bio-aandeel, namelijk 1,6%. Deze bevolkingsgroep heeft zijn bio-aandeel wel verdrievoudigd sinds 2008. De introductie en uitbouw van heel wat bioproducten in Hard Discount liggen hiervoor aan de basis. De gepensioneerden en de koppels met één kostwinner hebben een gemiddeld bio-aandeel. De oudere alleenstaanden die vroeger het hoogste bio-aandeel hadden, stagneren de laatste jaren

DIS 1 blijft belangrijkste biokanaal maar voelt hete adem van speciaalzaken

De klassieke supermarkt (Dis 1) verloor terrein sinds 2008 maar blijft het grootste biokanaal met 36% marktaandeel. Op de tweede plaats volgt het gespecialiseerde kanaal (speciaalzaak, natuurvoeding en superettes waaronder ook Bio-Planet) met een aandeel van zo’n 33%. De buurtsupermarkt is het derde belangrijkste kanaal voor biovoeding met een marktaandeel van 14%. Hard Discount volgt met een marktaandeel van 10%, maar het is wel het sterkst groeiende kanaal op lange termijn. De rechtstreekse verkoop (hoeve en boerenmarkt) en de openbare markt schommelen rond de 5% marktaandeel. 

De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn de kanalen met het hoogste percentage aan biologische producten in het assortiment. Eén product op vier is hier bio. In de Hard Discount vinden we relatief het minst biologische producten terug (1,7%).

Bioproducten zijn een derde duurder dan gangbare producten

Tot slot zijn biologische versproducten gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Er zijn wel grote verschillen per product. Het grootste verschil is er bij eieren. Een bio-eitje is bijna dubbel zo duur als een standaard scharreleitje maar het prijsverschil verkleint. Het kleinste prijsverschil is er bij vleesvervangers. Hier is de biovariant slechts 16% duurder dan het gangbare product.

Ook de evolutie van het prijsverschil verschilt van product tot product. In 2018 was het prijsverschil ten opzichte van het voorgaande jaar groter voor bijvoorbeeld: melk, kaas en tomaten. Het prijsverschil was kleiner voor yoghurt, braadkip en eieren.