De explosie van de prijzen van de granen maakt traders rijk … en versterkt de roep om hun winsten te belasten.

De wereldwijde handel in granen wordt gedomineerd door vier grote spelers, die de groep ‘ABCD’ genoemd wordt, verwijzend naar ADM, Bunge, Cargil en Louis Dreyfus. Samen vertegenwoordigen ze 75% à 90% van de graanhandel op de planeet. De vier belangrijkste graanonderhandelaars ter wereld hebben recent (bijna) recordwinsten of -verkoop geregistreerd. De vraag is groter dan de vraag en dat blijft zo tot tenminste 2024, wanneer de tendens zich wellicht nog verder doorzet. De wereldmarkt voor granen is heel geconcentreerd en weinig transparant, wat vragen doet rijzen over hun winsten.

Cargill heeft zijn omzet zien stijgen met 23% zien stijgen naar 165 miljard dollar. ADM realiseerde nog de grootste winsten in zijn geschiedenis in de loop van het tweede trimester van het jaar. De verkoop van Bunge sprong op zijn beurt met 17% omhoog. Louis Dreyfus kondigde winsten aan die 80% hoger liggen dan het jaar ervoor. Dat is onvermijdelijk verontrustend, wanneer de FAO een verhoging van de voedingsprijzen van meer dan 20% aankondigt voor dit jaar, waardoor er een scherpe voedingsonzekerheid voor 345 miljoen mensen gecreëerd wordt, tegenover 135 miljoen voor de pandemie. Is dat ethisch houdbaar? Voor sommige financiële analisten wel: de betrokken ondernemingen hebben volgens hen geprofiteerd van de marktomstandigheden zonder intentioneel de prijzen beïnvloed te hebben.

Daartegenover staan steeds meer stemmen die wijzen op de onrechtvaardigheid van het voedingssysteem in zijn geheel en de oproep van Oxfam steunen voor een belasting op de uitzonderlijke winsten van voedingsbedrijven. Eén van hen is Olivier De Schutter, professor aan UCLouvain en speciale rapporteur bij de VN inzake armoede en mensenrechten, die in The Guardian het volgende zegt: “Het feit dat de wereldgiganten van basisproducten recordwinsten realiseren terwijl de honger toeneemt, is duidelijk onrechtvaardig en betekent een kaakslag voor ons voedingssysteem. Erger nog, de ondernemingen in kwestie hadden in de eerste plaats meer kunnen doen om de voedselcrisis te vermijden.” Volgens hem zijn de forse prijsstijgingen van de voedingsproducten er gekomen ondanks overvloedige graanvoorraden wereldwijd. Alleen zijn de ondernemingen te weinig transparant om duidelijk aan te geven hoeveel voorraden ze hebben en is er ook geen middel om hen te verplichten om hun stocks vrij te maken binnen een opgegeven termijn.”