Het Europees Parlement keurt eind deze week normaal gezien een wetgeving goed die consumenten meer inzicht moeten geven in de duurzaamheid en ecologische impact van allerlei producten, van kledij over elektronische toestellen tot meubels.

Kledij, meubelen, elektronische toestellen maken deel uit van ons dagelijkse leven, maar vreten grondstoffen en energie. Bovendien zijn ze vaak moeilijk te herstellen en belanden ze vroegtijdig bij het vuilnis in plaats van gerecycleerd te worden. In de Europese Unie gooien consumenten bijvoorbeeld jaarlijks 5 miljoen ton kledij weg - zo'n 12 kilogram per persoon - en wordt slechts 1 procent van het textiel gerecycleerd. We recycleren ook minder dan de helft van het elektronisch afval.Een situatie waar de Europese Commissie iets wil aan doen via een uitbreiding van de Ecodesign-regelgeving. Terwijl de bestaande wetgeving vooral gaat over elektrische apparaten zoals koelkasten, wasmachines, stofzuigers en computers, bestrijkt de uitbreiding een vele bredere waaier van producten, zoals kledij, meubels, matrassen of autobanden. Ze kijkt niet alleen naar energiezuinigheid maar breidt de duurzaamheidseisen waaraan producten moeten voldoen gevoelig uit. Zo komen er minimale eisen die de herstelbaarheid en recycleerbaarheid moeten garanderen. Er zou ook een eind moeten komen aan ingebouwde veroudering van elektronische producten, zoals smartphones waarvoor geen software-updates beschikbaar zijn. De nieuwe wetgeving wil daarnaast een einde maken aan het vernietigen van onverkochte producten, zoals kledij en elektronica. Kledingfirma's met overstock of webwinkels die pakjes teruggestuurd krijgen, vernietigen die vaak omdat dat het goedkoopst is. Volgens de Europese Commissie kan de uitgebreide regelgeving tegen 2030 het equivalent van 150 miljard kubieke meter gas aan energieverbruik uitsparen, wat ongeveer overeenkomt met wat we tot voor kort uit Rusland importeerden. Producten zouden ook een soort digitaal paspoort moeten krijgen dat informatie bevat over hun duurzaamheid. Hoe dat precies in zijn werk moet gaan, moet nog bekeken worden. Het paspoort moet de consument informeren over de samenstelling en impact op het milieu van een product, zodat die een beter geïnformeerde keuze kan maken. Die informatie maakt ook recycleren makkelijker. Het paspoort moet ook een herstelbaarheidscore bevatten, die aangeeft hoe makkelijk een product te repareren valt. Zo'n herstelbaarheidscore komt er in ons land wellicht in de loop van 2025 en 2026. De ministerraad keurde daarover vorige maand al een wetsontwerp van federaal minister van Leefmilieu Zakia Khattabi (Ecolo) goed. De score houdt rekening met het gemak waarmee een product kan worden hersteld en met de beschikbaarheid, prijs en leveringstermijn van reserveonderdelen. De score zal terug te vinden zijn op wasmachines, vaatwassers, stofzuigers, hogedrukreinigers, grasmaaiers, televisies en laptops. Het is de verwachting dat het Europese parlement zijn zegen geeft voor de nieuwe wetgeving.