De Nederlandse onlinesupermarkt Picnic heeft in 2017 een omzet geboekt van 100 miljoen euro. Volgens mede-oprichter Michiel Muller kent het bedrijf een pijlsnelle groei en zal dit jaar een omzet van 300 miljoen gehaald worden. Winstgevend wordt de ‘pure player’ naar verwachting pas in 2020.

Picnic startte twee jaar geleden in Amersfoort. Inmiddels zijn zo’n 30 steden erbij gekomen. De bezorging gebeurt vanuit twee distributiecentra, in Utrecht en Nijkerk. Eind januari gaat in Diemen, nabij Amsterdam, een derde open, dat veel groter is. Die moet de forse groei helpen opvangen. In interview met het AD zegt Muller dat Picnic elke week met 5% groeit. Vanaf februari wordt ook de regio Rotterdam afgedekt, waar nu al 7.000 klanten op een wachtlijst staan.

Vandaag heeft de ‘websuper’ ruim 90.000 vaste klanten, waarvan 15.000 in Amersfoort, waar het allemaal begon, en 20.000 in Utrecht. Voor de leveringen worden 300 elektrische bestelwagens ingezet. Binnen drie à vijf jaar wil Picnic alle Nederlandse steden afdekken. Dit moet gebeuren met vijf distributiecentra en 70 lokale hubs en een vloot van 2.000 elektrische bestelwagens. Voor die expansie werd vorig jaar 100 miljoen euro opgehaald bij een vijftal beleggingsfondsen.

Melkrondes

Volgens Muller is het succes van Picnic onder andere te danken aan de uitgekiende logistiek en een bezorging met ‘melkronden’, waardoor de klanten op een vast uur hun bestelling kunnen ontvangen. “De klassieke supermarkten werpen zich ook steeds meer op thuisbezorging, maar Picnic heeft een voorsprong. We zijn de enige die het gratis doen en op tijd. Bij de traditionele bezorgmodellen is de bezorging heel inefficiënt. Wij doen met ons melkboerrondje zes bestellingen in een uur. De andere rijden de hele dag kriskras door de stad en mensen moeten thuis uren wachten.’’

Een andere verklaring voor het succes van Picnic is volgens hem het feit dat zo’n 80% van de boodschappen die mensen in huis halen, altijd dezelfde zijn. “Zo boeiend is het niet om daarvoor elke dag of enkele keren per week de deur uit te moeten. Het is logisch dat mensen het fijn vinden die gratis bezorgd te krijgen, zonder dat ze thuis lang moeten wachten op de bezorger”, zegt hij. Volgens hem is, in tegenstelling tot kledingstukken, weinig meerwaarde om voor cola, luiers of melk naar de winkel te gaan.

In de Nederlandse pers is er ook kritiek op het model van Picnic. Het drijft voor een groot deel op jonge medewerkers – 27 is de gemiddelde leeftijd – zonder vaste contracten. Volgens de vakbond FNV is er voor de medewerkers “weinig zekerheid en geen basis om een bestaan op te bouwen”.