In België waren de franchisenemers tot hiertoe weinig beschermd tegen bepaalde commerciële praktijken en clausules in de samenwerkingsovereenkomsten met franchisegevers. Voortaan zal een nieuwe wet hen op een meer specifieke manier beschermen. Grégory Sorreaux, advocaat bij het Brusselse Thales-kantoor, geeft tekst en uitleg bij wat er verandert.

De nieuwe economische wet, die in april 2019 werd goedgekeurd in de Kamer, betreft de franchises. Waarom deze wet en waarover gaat hij?

Deze wijziging van het Wetboek van economisch recht, die het heeft over de relaties van franchisenemers met leveranciers van alle types, gaat over sommige commerciële praktijken. Er zijn drie belangrijke wijzigingen die ook de franchisenemers en de commerciële praktijken van franchisegevers betreffen: het misbruik van economische afhankelijkheid, oneerlijke en agressieve marktpraktijken tussen ondernemingen en onrechtmatige bedingen in het kader van een overeenkomst. De evolutie van de retail, en dan vooral de foodretail, ligt waarschijnlijk aan de oorsprong van deze wet. Sinds enkele jaren ziet de FOD Economie, net als andere instanties in België, de klachten van de leveranciers en franchisenemers toenemen. De toegenomen druk op de prijzen en de vaak gespannen relaties tussen franchisegever en -nemer, maken de markt nerveus. Die situatie zie je ook op Europees niveau.

Wat is het belangrijkste punt van deze hervorming?

Het onderwerp van de onrechtmatige bedingen in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten, en meer bepaald in franchisecontracten, is een echte nieuwigheid. Er bestond al wetgeving hierover wat betreft de verhoudingen tussen consumenten en professionals, maar op B2B-gebied was er nog niets. De wijziging aan het WER (Wetboek van economisch recht) gaat duidelijk de kleinere partijen, wat wil zeggen de franchisenemers, beschermen. Voortaan bestaat er dus een lijst van clausules die niet mogen voorkomen in een contract, en als ze er toch in voorkomen als nietig worden beschouwd omdat ze abusief zijn. Dit is afdwingbaar voor de rechtbank.