De Sectorvereniging van de Belgische water- en frisdrankindustrie (VIWF) verwelkomde in september 2012 zijn nieuwe voorzitter, Jean Eylenbosch. Een verantwoordelijkheid die hij goed kent, want hij was van mei 2004 tot december 2006 ook al voorzitter van de VIWF. Vanuit zijn belangstelling voor de menselijke factor en zijn verwantschap met sport, oefent de heer Eylenbosch diverse functies en mandaten uit, te weten: lid van het directiecomité van Amcham, Censor van de Nationale Bank van België, voorzitter van Be Cycling, bestuurder van FEVIA, bestuurder van Fost Plus, ere-ambassadeur van de Provincie Luik, bestuurder van de Special Olympics Belgium, enz.. Volgens hem is er een wisselwerking tussen al deze elementen.

Dit nieuwe voorzitterschap biedt ons de gelegenheid om aandacht te schenken aan de water- en frisdrankensector. Deze sector vertegenwoordigde in 2010 een totale omzet van 1,5 miljard euro tegenover 1,7 miljard euro in het voorgaande jaar. Tussen eind 2011 en eind 2012 zien we met betrekking tot water een lichte volumegroei. De VIWF zegt echter voor 2012 een volumedaling van 5 à 7% te verwachten. “De watersector is seizoensgebonden. Voor een sterke groei zijn gedurende een tiental dagen temperaturen rond de 27° en hoger nodig, dan weer wat frisser weer, een nieuwe temperatuurstijging enzovoort. Een cyclisch seizoen is ideaal voor de sector. Dit jaar begon de zomer echter pas op 15 augustus”, aldus de nieuwe voorzitter. Daarbij komt natuurlijk nog de aanhoudende crisis waar we mee te maken hebben. De consumenten nemen de tijd om na te denken over hun verbruik en nemen tegenwoordig sneller hun toevlucht tot kraantjeswater.

De frisdrankenmarkt kende eind 2011 een volumestijging van 3,12% (ten opzichte van 2010). Vooral light-dranken lijken meer en meer succes te hebben, want zij noteerden de grootste groei van de sector. Na 29 jaar aanwezigheid in België vertegenwoordigt ‘light’ 28% van markt. “De frisdranken gaan een mooie toekomst tegemoet, maar staan nu voor problemen, zoals de sterke stijging van de kosten voor grondstoffen, energie, PET-materiaal (vanwege de olieprijzen), de suikeraanvoer en de prijs van suiker (+45% in 15 maanden)”. De VIWF wenst overigens een hervorming van de Europese suikersector. De frisdrankensector, collateraal slachtoffer van het steeds toenemende aantal aankopen over de grens, zou volgens een schatting van de VIWF een inkomensverlies in de orde van 10% kennen. “In België zijn wij, waar we ons ook bevinden, relatief dicht bij een grens. Frisdranken horen bij de producten die het meest buiten onze grenzen worden gekocht”, legt Jean Eylenbosch uit.

Jean Eylenbosch wijst er ook op dat, al heeft water de voorkeur als drank (slechts 26% van de Belgische bevolking drinkt 1,5 liter water per dag), we daarom de frisdranken nog niet moeten aanwijzen als de zondebok voor gezondheidsproblemen of overgewicht. Hij brengt hiermee het genotsaspect van frisdranken onder de aandacht, waarbij hij erop wijst dat deze ook een rol spelen bij het op peil brengen van het hydratatieniveau.

Een sterke betrokkenheid:

- Zeven leden van de VIWF hebben de Belgian Pledge ondertekend voor een verantwoorde inzet op het gebied van communicatie en marketing. Deze ondernemingen (Coca-Cola, Danone Waters, Orangina Schweppes, Spadel, Unilever, enz.) vertegenwoordigen 87% van de Belgische A-merken voor water en frisdranken (volume en afzet).

- Op het gebied van verpakking zijn al omvangrijke verplichtingen aangegaan. Deze zijn nu 100% recyclebaar. De VIWF heeft ook gewerkt aan de oprichting van Fostplus: een systeem waarmee een van de beste recyclingspercentages van Europa, ja zelfs ter wereld, kan worden gehaald (PET: 76%, Flesjes: 98%, Glas: 108%).

- De waterratio is gedaald. In 2009 was namelijk 1,65 liter water per liter eindproduct nodig, terwijl dit in 2012 slechts 1,2 liter was. Er zijn ook investeringen gedaan in de verbetering van energiesystemen.