Volgens een rapport in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet worden obesitas, ondervoeding en de klimaatopwarming veroorzaakt door gemeenschappelijke factoren: “sterke commerciële belangen, een ontoereikend antwoord van de politiek en een gebrek aan mobilisatie van de bevolking”. Een gezamenlijke oplossing lijkt volgens de experten dan ook de enige uitweg. Al betreurt Fevia “de ongenuanceerde manier” waarop de rol van de voedingsindustrie aan bod komt in het rapport.

Het Britse wetenschappelijke tijdschrift The Lancet publiceerde gisteren een rapport van 43 experten uit 14 landen over de link tussen obesitas, ondervoeding en de klimaatopwarming. “De afgelopen twintig jaar werden obesitas, ondervoeding en de klimaatopwarming los van elkaar bekeken”, meldt het rapport. “ Bovendien zijn de trage politieke reacties gewoonweg onacceptabel.” De toon is gezet. Volgens dit nieuwe rapport, dat volgt na een vorige studie die werd gepubliceerd in midden januari, bestaat er wel degelijk een connectie tussen deze drie fenomenen. “Het voedingssysteem is niet alleen verantwoordelijk voor obesitaspandemieën en ondervoeding, maar zorgt ook voor 25 tot 30% van de broeikasgasuitstoot.”

Het tijdschrift verwijst niet enkel naar veeteelt, maar ook naar logistiek, het gebruik van de auto dat een sedentair leven bevordert, politieke landbouw, verstedelijking of “food retail multinationals die focussen op winst”. Volgens de experten zouden problemen als ondervoeding en obesitas, de klimaatopwarming doen verergeren. Daarom is er volgens hen ook nood aan een globaal antwoord dat het volksgezondheidsbeleid, bijvoorbeeld dankzij aanbevelingen rond gezonde voeding, en het belastingbeleid, bijvoorbeeld door het opleggen van taksen of door het financieren van duurzame productiemethodes, samenbrengt. De experten willen ook een beter kader voor voedingsmultinationals, zoals het geval was bij de tabaksindustrie. Via een conventioneel kader voor voedingsystemenen, zou het volgens hen veel gemakkelijker zijn om de strijd met het lobbyen aan te gaan en zijn invloed op de politiek te verminderen. Volgens het rapport zou de frisdrankensector op die manier namelijk 50 miljoen dollar hebben uitgegeven tussen 2016 en 2017 om de maatregelen die werden genomen om de suikerconsumptie te verlagen, tegen te gaan.

De reactie van Fevia

Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, betreurt “de ongenuanceerde manier” waarop de rol van de voedingsindustrie aan bod komt in dit rapport. “De Belgische voedingsindustrie erkent uiteraard dat er fundamentele uitdagingen bestaan”, verklaart Fevia. “Net daarom werkt de sector in ons land zelf al jaren aan oplossingen die er vandaag voor zorgen dat bijvoorbeeld het voedingsaanbod meer evenwichtiger is. Die positieve evoluties komen net vanuit een constructieve samenwerking tussen industrie, overheden en andere partners. Fevia roept dan ook op om de voedingsindustrie, vooral bestaande uit lokale kmo’s, mee te blijven betrekken om samen te werken aan oplossingen.”

De federatie benadrukt de voedingsbedrijven in het kader van het Convenant Evenwichtige Voeding werken aan producten met minder suikers, vetten en zout en met meer vezels en vitamines. “De tussentijdse resultaten die de sector vorig jaar samen met minister van Volksgezondheid De Block communiceerde tonen duidelijk aan dat het aanbod evenwichtiger wordt”, verduidelijkt de organisatie. Hetzelfde geldt voor het aanbod dranken en tussendoortjes op scholen, waar de federatie een opmerkelijke vooruitgang vaststelt.

“Het rapport in The Lancet wijst ook op de mondiale impact van voeding op uitdagingen voor het klimaat en linkt die aan de uitdagingen op het vlak van gezondheid. Voor Fevia ligt de oplossing in het verduurzamen van het volledige agro-voedingssysteem, op basis van wetenschappelijke inzichten. Zo’n systemische aanpak kan onmogelijk slagen zonder alle schakels van de keten, dus ook de voedingsindustrie, te betrekken. Fevia is ervan overtuigd dat zo’n globale aanpak, die stapsgewijs het volledige systeem laat evolueren in de goede richting, meer impact heeft dan enkel in te zetten op een beperkt aantal zogenaamd “duurzame” producten”, benadrukt de federatie.