De bezorgdheid van de consument leidt in de voedingsmiddelensector niet bepaald tot optimisme. Dit geldt met name voor België, een land dat in de afgelopen weken het ene na het andere slechte nieuws te verwerken kreeg op het gebied van de werkgelegenheid, tevens een land dat zich schuldig heeft gemaakt aan te late aanpassing van haar economisch referentiekader. Het woord "crisis" waart al meer dan vier jaar rond. Maar het is pas sinds kort dat dit woord bij ons geconcretiseerd wordt in het koopgedrag van de consument, die alles tracht te vermijden wat hij als overbodig beschouwt. Zal deze focus op "no-nonsense" de innovatie-inspanningen van de voedingsmiddelenindustrie afremmen? Dat lijkt beslist niet het geval, ten minste niet op wereldwijd niveau. Het panorama van de trends op de "innovatiepool" SIAL Parijs 2012 toont aan dat de fabrikanten meer dan ooit innovatie als hun belangrijkste groeihefboom beschouwen. Maar hebben ze echt een keuze? In een markt dat onder druk staat, betekent het opgeven van de innovatie dat het gevecht zich concentreert om de prijs, een factor waar de concurrentie steeds heviger wordt … ook internationaal. Maar toch hebben we het gevoel dat er beweging zit op het vlak van de innovatie: marketing, communicatie en verpakking verliezen wat terrein, ten gunste van meer inhoud en gebruikswaarde. Maar de sterk prijsgevoelige consument verliest de "fundimensie" niet uit het oog. Hij is wel veel kritischer geworden, doorziet snel losse beloftes en wacht tot hij een eenvoudig en toegankelijk product vindt dat winst voor hem betekent.