De Franse kiwi mikt op kwaliteitOp minder dan twee maanden van de opening van de Berlijnse beurs Fruit Logistica, wereldwijde draaischijf van de fruitsector, tasten we de markt af op zoek naar nieuwe trends. Voor we het over de citrusvruchten hebben maken we graag een ommetje bij de kiwi, het voorwerp van een zeer concurrentiële markt, waarin ook Frankrijk een belangrijke speler is. De politiek van onze zuiderburen op dit gebied is een kwaliteitsproduct brengen.

De wereldwijde handel in kiwi’s is nog niet zo lang bezig. Het is pas in de tweede helft van de twintigste eeuw dat men in Nieuw-Zeeland op het idee kwam de Actinidia Deliciosa (‘Chinese kruisbes’) om te dopen, en ze de naam geven van de diersoort die het boegbeeld van het land is. Vandaar de overtuiging van het publiek dat de kiwi een Nieuw-Zeelands product zou zijn, terwijl de vrucht eigenlijk afkomstig is van de vallei van de Jangtsekiang in China. De Nieuw-Zeelanders wendden al hun knowhow aan om de markt te openen en van de bekende groene fruitsoort een vaste waarde te maken in de rekken. De harige lekkernij is dan ook een vitaminebom, zit barstensvol met mineralen en is nog eens goed voor de lijn ook. De consument heeft de keuze tussen de traditionele groene variant en een meer recente geelachtige versie, die samen moeten zorgen voor het oppeppen van de markt die het niet zo goed doet voor het ogenblik.

Het is dan ook niet verbazend dat hij een vaste plaats heeft verworven in de korf, mede door het feit dat het productiegebied werd uitgebreid. De voornaamste productielanden zijn op dit ogenblik Italië, Nieuw-Zeeland, Chili, Griekenland en Frankrijk. Op de wereldmarkt wordt de eerste breuklijn gevormd door de seizoenen. De vruchten van het zuidelijk halfrond zijn beschikbaar van april-mei tot oktober-november. De kiwi’s van het noordelijk halfrond nemen het over van oktober-november tot in juni. De concurrentie is moordend: alle producerende landen zijn aanwezig in de export op de markten van hun concurrenten. Voeg daar het overlappingseffect aan toe tussen de producenten van het noorden en het zuiden (de overgang is immers niet bruusk), en je begrijpt dat de prijzen onder druk staan. Dit brengt ons tot de tweede breuklijn, die van het ‘budget’-aanbod (vooral geleverd door Italië en Griekenland) en premiumkiwi’s. Het is een kwalitatief segment: Nieuw-Zeeland is hier de specialist in het zuidelijk halfrond (in de zomer), Frankrijk organiseert zijn productie om dit in het noorden in de winter te worden.

French touchBelgië en Spanje zijn bij de grootste importeurs van kiwi’s. In beide landen wonen kenners, zoals Julien Pédelucq bevestigt. Pédelucq is een Franse producent die ons een en ander uitlegt: “België en Spanje zijn twee markten waar de consumenten traditioneel mooiere vruchten willen. Door de oprukkende crisis staan ze nu op gelijke voet met de andere exportmarkten, waar het voornaamste criterium de prijs is.” Niet dat de Fransen mee zouden doen aan een devaluatie van het product: de heer Pédelucq laat er geen twijfel over bestaan welke richting de Franse producenten willen inslaan.

In de Adour-vallei commercialiseert hij onder het merk Sikig kwaliteitsvruchten. Een geestesgesteldheid die gedeeld wordt in de hele Franse sector en de verschillende terroirs waar die actief is: vooral het zuidwesten, de Rhônevallei en Corsica. Kwaliteit begint met de datum van de oogst. Eens de kiwi geplukt is kan je hem lang bewaren, als hij tenminste bewaard wordt in optimale omstandigheden. Rest de vraag: wanneer moet hij dan precies geoogst worden? “De Franse kiwisector is de eerste en de enige die oplegt hoeveel er verzameld moet worden in functie van het suikergehalte. Dit gebeurt veel later dan in andere Europese landen. Geen enkel Franse vrucht werd dit jaar geoogst voor 6 november, terwijl men er in Italië mee begonnen is tussen eind september en begin oktober. Door deze manier van werken zit er veel meer droge stof in de vrucht, wat een garantie is voor de zoete smaak.” Ook de manier van kweken en behandelen is kwalitatief, net zoals het zoeken en selecteren van planten die resistent zijn tegen de Ps-bacterie (Pseudomonas syringae), die de Italiaanse en Nieuw-Zeelandse oogsten teistert.

Het heeft geen zin om topkwaliteit te brengen als niemand daar iets van weet. De sector heeft dus een belangrijke communicatieactie op touw gezet om de markt te sensibiliseren. Er werd een kwaliteitslabel ontwikkeld om de eigen vruchten te identificeren en zo de klantgetrouwheid aan de oorsprong te bevorderen. Even samenvatten: de Franse kiwi begint naam te maken. En de naam is inderdaad belangrijk, wat dit fruit betreft. De boom waar hij aan groeit heeft trouwens nog steeds geen naam. Alle suggesties zijn welkom…