Colruyt liet het afgelopen jaar 555 controles uitgevoeren bij niet-Europese non-foodfabrieken, landbouw- en voedingsbedrijven die leveren aan de groep. Bij de meerderheid van de leveranciers waren de werkomstandigheden aanvaardbaar, maar 9 leveranciers worden aan de deur gezet omdat de arbeidsomstandigheden te slecht bevonden werden. 

Colruyt Group heeft in het afgelopen jaar 166 producenten in risicolanden laten controleren. Onafhankelijke auditbureaus bezochten bedrijven van wie de groep rechtstreeks producten invoert of die produceren voor haar huismerken. De groep kreeg ook auditverslagen van andere retailers, wat het aantal gecontroleerde leveranciers op 555 brengt. Bij zowat 86% ervan werden de werkomstandigheden gemiddeld bevonden en waren er kleine of grote verbeteringen noodzakelijk. Zij kregen een verbeterplan en worden naargelang de ernst van de gebreken na 3 maanden à 2 jaar opnieuw gecontroleerd. Met 9 leveranciers die heel slecht scoorden werd de samenwerking stopgezet.

Net zoals de voorbije jaren werden de meeste inbreuken vastgesteld in domeinen als werkuren, verloning, veiligheid en gezondheid. Colruyt Group merkt wel dat volgehouden controles de werkomstandigheden effectief ten goede komen, al zijn er grote verschillen tussen sectoren en bedrijven. In de non-foodsector gaat het vooral over speelgoedfabrikanten in China. “Zij scoren gemiddeld vrij goed, ook doordat we daar al 13 jaar controleren”, zegt auditverantwoordelijke Daniel Bral. In de voedingsbedrijven zijn de omstandigheden doorgaans minder goed. “Dat is logisch, aangezien we daar pas in 2013 en als een van de eerste gestart zijn met controles. Sommige producenten hebben nog nooit van sociale audits gehoord en hebben nog een hele weg te gaan.”

 

Focus op food

Colruyt Group wil de controles in de voedingssector dan ook versnellen en tegen eind 2016 alle voedselverwerkende bedrijven minstens één keer geauditeerd hebben. Twee derde ervan moet tegen dan ook een aanvaardbare score halen. Bij de primaire producenten van groenten en fruit is de situatie complexer, want vaak zijn het coöperatieven met tal van familiale telers. “Toch willen we ook alle primaire producenten tegen eind 2018 minstens één keer auditeren.”

De retailer blijft dus investeren in audits maar beseft dat die niet volstaan om structurele problemen op te lossen. “Alle betrokken partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Zo kunnen lokale overheden strenger toekijken op de naleving van hun wetgeving”, besluit Bral.

 

Internationale krachtenbundeling

De strijd voor betere werkomstandigheden wint aan efficiëntie naarmate de internationale samenwerking groeit binnen verenigingen die auditmethodes en -standaarden opstellen en zorgen voor data-uitwisseling onder de leden. Colruyt Group heeft het voorbije jaar daarom mee aan de kar getrokken voor een uitbreiding van het samenwerkingsverband BSCI (Business Social Compliance Initiative). Dat telt een 1.700-tal leden waaronder Europese retailers, invoerders en multinationale merken en wordt begin 2017 versterkt met leden van de Franse vereniging ICS, waaronder zwaargewichten als Carrefour.

“Dat zal onze impact alweer vergroten, want hoe meer leden, hoe meer audits en hoe breder de resultaten gedeeld worden. Het stijgende belang dat hun klanten hechten aan duurzaamheid, zal de producenten zeker stimuleren om sneller verbeteringen door te voeren”, aldus Bral. Colruyt Group gaat vanaf 2017 al zijn audits laten uitvoeren volgens de BSCI-methode. Dat vergt minder administratie en maakt het gemakkelijker om de resultaten te vergelijken. Ook voor de producenten komt er meer duidelijkheid, want verschillende auditsystemen en certificeringen maken het niet eenvoudig om aan de soms uiteenlopende standaarden te voldoen.