Picnic moet een boete van 150.000 euro betalen aan formule 1-piloot Max Verstappen, omdat het een look-a-like van Verstappen gebruikte in een reclamespot. Dat besliste de rechtbank van Amsterdam.

Supermarktketen Jumbo, sponsor van Max Verstappen, voert de formule 1-piloot geregeld op in een van zijn reclamespots. Toch besloot Picnic, om de dag na de lancering van een nieuwe reclamespot met Verstappen, om een eigen parodie te maken met in de hoofdrol een lookalike van de formule 1-piloot. In het filmpje is te zien hoe de lookalike een camion van Jumbo voorbijloopt om vervolgens als leverancier plaats te nemen in die van Picnic.

Het filmpje dat terug te vinden was op de Facebookpagina van de bezorgdienst, was volgens het bedrijf enkel een ludieke poging om zijn eigen medewerkers te motiveren. Toch kon Jumbo het grapje niet smaken en eiste het bedrijf dat Picnic 350.000 euro zou betalen omdat de bezorgdienst het portretrecht van Verstappen had geschaad. Een eis die tot de nodige verbazing leidde bij Picnic. “Zodra we hoorden dat Max het niet leuk vond, hebben we het filmpje diezelfde dag offline gehaald. We kunnen ons niet voorstellen dat Max een schade zou hebben geleden van zo’n groot bedrag", klonk het bij de bezorgdienst. 

Toch oordeelde de rechter dat de klacht gegrond was, al lag het bedrag van de boete volgens hem te hoog. Uitiendelijk werd de definitieve boete van 150.000 euro, die bepaald was op basis van de feedback van marketingexperten, pas opgelegd nadat Picnic zelf beroep had aangetekend. Iets wat niet in goede aarde viel bij hij bedrijf. “In Nederland is nooit eerder in vergelijkbare zaken zo’n hoge vergoeding toegekend. Dit zijn Amerikaanse toestanden. Dit betekent dat elke kleine ondernemer of start-up het risico op een enorme boete loopt na een grapje op zijn Facebookpagina", reageerde Picnic.

De rechter benadrukte echter in zijn vonnis dat het portretrecht van Verstappen zwaarder weegt dan het recht op vrije meningsuiting van Picnic. “Verstappen moet zelf kunnen bepalen of hij zijn populariteit in wil zetten voor commerciële activiteiten. Dat het om een parodie ging, verandert daar niets aan”, besloot de rechter.

Foto: Screenshot van de reclamespot van Picnic