De verkoop van lokale producten zit in de lift, en retailers hebben dat maar al te goed begrepen. Om op deze tendens in te spelen lanceerde Tesco onlangs zeven nieuwe merken, elk vernoemd naar een Britse boerderij. Het enige probleem: geen van deze boerderijen bestaat (of is momenteel nog actief).

Tesco zette op 21 maart zeven nieuwe versproducten in de kijker zoals bijvoorbeeld ‘Redmere Farms’, ‘Willow Farms’, ‘Rosedene Farms’ en ‘Woodside Farms’. Elk ‘Farms’-label is voorzien van een typische boerderij-pictogram zoals een tractor, een kip of een appelboom. Maar net daar knelt het schoentje: ondanks de Britse merknaam, zijn de producten niet afkomstig van de lokale markt.

Naast een reeks producten afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk vinden we Chileense bosbessen, Spaanse aardbeien, Belgische peren, zoete aardappelen uit de Verenigde Staten én Italiaanse spinazie onder dezelfde merknaam. Hoewel de keten nooit officieel bevestigde dat de producten effectief van lokale teelt waren (het land van oorsprong is immers te vinden op de achterkant van de verpakking), dachten de consumenten wel lokale en landelijke etenswaar te kopen. De stunt van Tesco was alvast genoeg om een kleine rel op sociale media te veroorzaken, waar ondertussen ook Britse boeren hun ontevredenheid uitdrukte. Zij geloven dat de retailsector wil profiteren van het positieve beeld dat de lokale teelt geniet.