AB InBev mag zijn sectorgenoot SABMiller van de Europese instanties overnemen. Door de verkoop van verschillende Europese SABMiller-merken zal de fusie niet tot minder concurrentie leiden, klinkt het bij de Europese Commissie.

Om de goedkeuring van de Europese Commissie te krijgen voor de fusie met SABMiller, stelde AB InBev de verkoop van verschillende SABMiller-merken voor. Zo  werd het Nederlandse Grolsch, het Italiaanse Peroni en het Britse Meantime al verkocht aan de Japanse brouwer Asahi. Ook merken in Hongarije, Roemenië, Tsjechië, Slovakije en Polen waaronder Pilsner Urquell werden te koop gezet. 

De Europese Commissie vreesde dat zonder de verkoop een belangrijke concurrent zou wegvallen in lidstaten waar SABMiller actief is. De fusiebrouwer zou een te dominante positie krijgen, wat mogelijk tot hogere prijzen zou leiden. “Met haar voorstel om bijna de volledige Europese bierafdeling van SABMiller te verkopen, heeft AB InBev die vrees weggenomen”, aldus de Europese Commissie.

"Het besluit van vandaag zal garanderen dat er op deze markten niet minder concurrentie is en dat de consumenten van de EU niet slechter af zijn. Europeanen kopen elk jaar voor ongeveer 125 miljard euro bier, dus zelfs een relatief kleine prijsverhoging zou de consumenten aanzienlijke schade kunnen berokkenen. Daarom was het belangrijk om ervoor te zorgen dat de overname van SABMiller door AB InBev niet tot minder concurrentie op de Europese biermarkten zou leiden”, zegt eurocommissaris voor het Mededingingsbeleid Margrethe Vestager.