De rechtbank in Amsterdam heeft de franchisenemers van Hema grotendeels in het gelijk gesteld in het slepende conflict met de top van de winkelketen over de kosten voor e-commerce. Dat conflict leidde al tot het afspringen van de onderhandelingen met het Belgische investeringsfonds Core Equity over een verkoop van de keten. De uitspraak van de rechtbank maakt een verkoop nog moeilijker. Hema overweegt dan ook in beroep te gaan.

Het geschil gaat over wie de kosten voor online-activiteiten op zich moet nemen. Over de verdeling van de uitgaven en inkomsten zijn afspraken gemaakt, maar die worden door de winkelketen en de franchisenemers (verenigd in de VAB Hema) verschillend geïnterpreteerd. Hema wil ze verduidelijken en moderniseren, maar de franchisenemers wijzen erop dat het huidige franchisecontract pas in 2015 is geactualiseerd door beide partijen. Volgens de VAB zijn de bestaande afspraken over e-commerce daarin bevestigd.

De rechtbank oordeelt nu dat het hoofdkantoor van Hema bij de financiële afrekening niet mag afwijken van gemaakte afspraken. Die bepalen onder andere dat de franchisenemers uitsluitend moeten meebetalen aan investeringen in e-commerce activiteiten in Nederland en niet in het buitenland. Hema heeft in totaal zo’n 740 winkels, waarvan 530 in eigen land. De 259 franchise-winkels liggen allemaal in Nederland.

De uitspraak van de rechtbank zal een verkoop van Hema door eigenaar Lion Capital bemoeilijken. Enkele weken geleden sprongen de gesprekken met het Belgische investeringsfonds Core Equity af voor een groot stuk omwille van de impasse rond de aanpassing van de e-commerce contracten. Die impasse wordt nu door de rechtbank bestendigd. Dat zou kandidaat-kopers kunnen afschrikken.