De Belgische voedingsindustrie groeide het afgelopen met 1,5%, waarmee de sector is uitgegroeid tot de grootste en sterkste industriële sector van België. Vooral op vlak van omzet, export en tewerkstelling scoort de voedingsindustrie goed. Dat zegt sectororganisatie FEVIA in haar jaarverslag.

Voorzichtige groei

2013 was voor de Belgische voedingsindustrie een jaar van voorzichtige groei, die iets lager lag dan in 2012. Toch vertegenwoordigt de sector een steeds groter aandeel van de omzet, uitvoer en tewerkstelling van de totale Belgische industrie. Terwijl de omzet van de totale industrie met 3,3% achteruit ging, kende de voedingsindustrie een omzetgroei van +1,5%, goed voor een omzet van €48,2 miljard in 2013.

Vooral het drankensegment (+3,8% ten opzichte van +1,2% voor voeding) en de zuivelindustrie zetten sterke prestaties neer. Toch haalde de sector zijn ambitieuze doelstellingen van €48,8 miljard niet, en zal de voedingsindustrie in de toekomst dus een tandje moeten bijsteken.

De voedingsindustrie is momenteel goed voor zo’n 73.200 voltijdsequivalenten wat een lichte toename is ten opzichte van 2012 (+0,5%). In aantal hoofden stelt de voedingsindustrie 88.700 mensen tewerk. Elk jaar werft de sector ruim 10.000 medewerkers aan. Indirect stelt de voedingsindustrie nog eens bijna 138.000 mensen tewerk, wat maakt dat er in totaal meer dan 226.000 jobs verbonden zijn aan de voedingsindustrie. Met deze stijging gaat ze lijnrecht in tegen de evoluties in de rest van de industrie.

​Export

Verder is ook de export van de voedingssector met meer dan +2% toegenomen. Vooral de export naar de nieuwe lidstaten en verre exportmarkten zoals de Verenigde Staten en Japan zit in de lift. De export buiten West-Europa was dit jaar goed voor bijna 18% van de totale export, tien jaar geleden was dat slechts 12%.

 

Steun

Maar de sector wil verder groeien, en FEVIA vraagt daarvoor steun van de regeringen.“De voedingsindustrie is op dit moment de sterkhouder van de Belgische industrie. Toch kiezen wij ervoor om niet op onze lauweren te rusten, maar ook in de jaren die komen te blijven groeien en investeren in België. Om dit te bereiken, moet er wel dringend een antwoord geboden worden op een aantal cruciale vragen,” aldus Bernard Deryckere, voorzitter van FEVIA en CEO van Alpro.

“Onze belangrijkste inputfactoren, met name grondstoffen, energie en lonen, kennen een steeds stijgende prijsbeweging en dat zet voedingsproducenten onder druk. Daarom kijken wij op dit moment naar alle regeringen in dit land om dringend maatregelen te nemen om zo niet alleen de voedingssector te ontlasten, maar ook de volledige Belgische industrie te ondersteunen.”

Concreet vraagt FEVIA onder andere om de energiekosten naar beneden te halen, de loonkostenhandicap te halveren, een actiever arbeidsmarktbeleid te voeren, het aanwerven van exportmanagers fiscaal te stimuleren en de administratieve rompslomp bij O&O-projecten te verminderen. De komende verkiezingen van 25 mei bieden een unieke “window of opportunity” daarvoor, vindt de organisatie.