Voedingsmiddelen die in België geproduceerd zijn bevatten vandaag een pak minder zout dan enkele jaren geleden. Het zoutgehalte werd niet in één keer verlaagd maar geleidelijk, zodat de consument het niet proeft.

Concreet werd vooral in vleesproducten (van -16% tot -36%), brood (-22%), soepen in poedervorm (-17%), bereide maaltijden (-15% tot -29%) en kazen (van -7,5% tot -20%) het zoutgehalte naar beneden gebracht.

Deze verlaging is het resultaat van goede afspraken tussen de Belgische voedingsindustrie, de handel en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in het kader van het Federaal Plan voor Voeding en Gezondheid. De Federatie van de voedingsindustrie (FEVIA) en de federatie van de handel en diensten (Comeos) verbinden er zich vrijwillig toe om de zoutverlaging in voedingsmiddelen door te voeren. Ze doen dit op vraag van de FOD Volksgezondheid, die al sinds 2009 een hele strategie rond de vermindering van zout heeft. Niet alleen de afspraken met de voedingsindustrie, bakkers, horeca, … behoren hiertoe maar ook de bewustmaking van het grote publiek, bijvoorbeeld met de campagne ‘stop het zout’.

Zout kan door de aanwezigheid van natrium immers zorgen voor een hoge bloeddruk, wat dan weer tot hart- en vaatziekten kan leiden. Minister van Volksgezondheid Onkelinx juicht de zoutreductie dan ook toe. “Een zeer goede zaak voor de gezondheid van de burger”, zegt ze. Na zout, wil ze nu ook de hoeveelheid suikers en vetten in onze voeding drastisch verlagen.