Marc Vandercammen vrijgesproken… en ontslagenMarc Vandercammen is sinds 22 juni niet langer directeur van het OIVO. Eigenlijk een voorspelbare uitslag, niet alleen aan de hand van elementen van het dossier, dat een audit nauwelijks lichter maakte, maar wel door de collaterale schade die door de grote mediabekendheid werd veroorzaakt. Het was inderdaad duidelijk sinds het verschijnen van een artikel van onze collega’s van Le Vif en de reacties hierop dat de Raad van Bestuur elke gelegenheid zou grijpen om een eind te maken aan het mandaat van de directeur. De opperste ironie was dat de conclusies van de audit eerder gunstig uitvielen voor Vandercammen. De beslissing om hem uit zijn functies te verheffen werd overigens niet onmiddellijk door de raad gemotiveerd, dit zou later worden gedaan. Een juridische voorzorgsmaatregel of een echte gene? Want wat Vandercammen uiteindelijk wordt verweten is dat hij op 18 juni publiekelijk zijn tevredenheid heeft uitgesproken over de resultaten van de twee externe audits. Beide rapporten spreken hem vrij van de aanklachten tegen hem betreffende intimidatie en manipulatie van de resultaten van de enquête. De directeur van de OIVO had daarvan nota genomen, en stelde voor “de bladzijde om te slaan”. Een nogal simpele reactie, maar in dit geval een tactische fout, omdat het een excuus werd om het ontslag te rechtvaardigen. Marc Vandercammen wordt dus ontslagen, niet vanwege het personeelsbeheer of een ethische kwestie, maar vanwege het eerder consensueel commentaar terwijl hij had moeten zwijgen tijdens de duur van het onderzoek. Natuurlijk zal dit niemand voor de gek houden en zijn de echte redenen voor deze beslissing eerder te zoeken in een ”klimaat van wantrouwen” zoals de Raad van Bestuur aangeeft, en die er inderdaad heerst.

In het persbericht erkent de Raad dat Marc Vandercammen verantwoordelijk was voor de aanzienlijke dynamisering van de organisatie tijdens zijn mandaat: “Dankzij de vele projecten en hervormingen zijn veel Belgen geïnteresseerd geworden voor consumentenkwesties. OIVO verliest een gemotiveerd en enthousiast directeur die zijn hart en ziel legde in zijn werk. De Raad is hem daarvoor dankbaar.” Een standpunt dat inderdaad onbetwistbaar is. Marc Vandercammen is uitgegroeid tot een figuur in de consumptiewereld, inclusief de retail, waar hij door zijn slimme kijk op de markt soms beschouwd werd als een luis in de pels. Het was niet altijd nodig om het eens te zijn met zijn visie om het dynamisme te erkennen dat het OIVO zo’n profijt heeft gedaan. En dat misschien verantwoordelijk was voor zijn val…

VZW’s, een meedogenloze wereldToen het artikel in Le Vif verscheen heeft de redactie van Gondola niet onmiddellijk gereageerd. Niet uit onverschilligheid, en nog minder uit beleefdheid. Maar het leek ons verstandiger om te wachten op de conclusies van de audits van de onafhankelijke experts. En het leek ons moeilijk om de complexe machtsverhoudingen en machtsstrijden te ontwarren die zich zo dikwijls voordoen in verenigen als het OIVO. Zo zetelen in de Raad van Bestuur van het OIVO niet minder dan 17 organisaties die de consumentenbelangen verdedigen, en die verschillende politieke, filosofische of syndicale strekkingen vertegenwoordigen. In tegenstelling met een onderneming, waar het beheer van de bestuurders wordt geëvalueerd door de economische prestaties en de belangen van de aandeelhouders, is het bestuur van een dergelijke vereniging vaak, net als in de politiek, gebaseerd op fragiele evenwichten en compromissen. Blijkbaar waren er verschillende spanningen in de Raad van Bestuur, en die is niet altijd zo unaniem als de laatste persberichten laten uitschijnen. Men spreekt van generatiebreuken, men zegt dat de organisaties die in de Raad vertegenwoordigd zijn niet zo vijandig stonden tegenover de directeur. En dat een van de grieven die hem werd verweten zijn media-exposure was: een teken van het succes voor de bekendheid van het werk van OIVO, maar een hinderlijk succes omdat het de eigen communicatie van de leden kon overschaduwen.

Bij deze culturele kenmerken is al snel na het verschijnen van het Le Vif artikel een politieke dimensie gevoegd. De verschillende machtsniveau ‘s die het OIVO subsidiëren, hadden geen zin om gevangen te zitten in deze polemiek, te beginnen met de zeer bekwame minister Vande Lanotte, die zelf al in verlegenheid was gebracht door de publicatie van het boek “De Keizer van Oostende”. Het verwijt aan OIVA hyperactiviteit paste ook mooi in het straatje van de regionale overheden die geconfronteerd zijn met begrotingsperikelen, en die een herziening naar beneden van de middelen wel zagen zitten.

Resultaat van de audit of niet: het lot van de directeur leek beslist, in een spel waar iedereen blunderde. Marc Vandercammen verwondert zich bijvoorbeeld over de expert van de audit die verantwoordelijk was voor de methodologie van de enquête en getipt is voor de onderaanneming van statistische analyses. Zonder afbreuk te doen aan de onpartijdigheid waarmee hij het auditproces heeft gevolgd, moet men ook opmerken dat de afgevaardigde van de betrokken Waalse minister vertegenwoordiger niemand minder is dan de zus van de vertegenwoordiger van de Ligue des Familles in de Raad van het OIVO, die zeer vijandig staat tegenover Vandercammen. De grootste blunder is uiteindelijk de manier waarop het ontslag aan de betrokkene werd meegedeeld –via de pers- en de roddels over de zogenaamde gouden parachute van 400.000 euro.

Het laatste woord, van Marc Vandercammen, dat onbewust een andere betekenis kreeg was: bij het OIVO werd een bladzijde omgedraaid.