In september 2008 hebben we het in ons blad al uitvoerig gehad over de problemen die het verbod op de koppelverkoop met zich meebrengt. Het debat tussen de voorstanders van de hervorming ervan, waarvan Fedis deel uitmaakt, en de tegenstanders (de middenstand) laait steeds hoger op.

De Europese Commissie stelde onlangs België in gebreke voor zijn gebrekkige toepassing van de Europese Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken. In plaats van te onderzoeken welke bepalingen van het verbod al of niet behouden moesten blijven, heeft de Belgische wetgever ervoor gekozen om de handelspraktijken die verboden werden door Europa gewoonweg aan de eigen lijst toe te voegen. Met andere woorden, ze heeft alleen de verbodsbepalingen behouden, en de delen die een versoepeling vooropstelden botweg genegeerd.

Daarom wordt België vandaag teruggefloten door het Europese Hof van Justitie, dat geoordeeld heeft dat de Belgische regels tegenstrijdig zijn aan het Europese recht. Deze beslissing zou wel eens het einde kunnen inluiden van onze voorbijgestreefde wet op de handelspraktijken.

We herinneren er nogmaals aan dat talrijke bepalingen van de wet op de handelspraktijken stammen uit de vorige eeuw en dat België het enige land is dat koppelverkoop blijft verbieden, op een aantal zeer streng begrensde uitzonderingen na, die bovendien aanleiding geven tot uiteenlopende interpretaties en op die manier vaak tot absurde situaties leiden. De distributiesector, die bij monde van Fedis sinds lange tijd aantoont dat koppelverkoop leidt tot een rem op de creativiteit en de concurrentie, is dus bijzonder blij met deze beslissing.

Het arrest van het Europese Hof van Justitie zou bovendien wel eens een hele reeks andere verbodsbepalingen uit de Belgische wet op de handelspraktijken op de helling kunnen zetten, zoals de strikte regels op de waardebons of de affichering van kortingen.

Als de Belgische wetgever tot nu toe weigerde om de wet aan te passen aan de Europese kritiek, is dat ook omdat er verregaande meningsverschillen heersen tussen de bevoegde ministers Sabine Laruelle (MR), Paul Magnette (PS) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD), in functie van hun bevoegdheid, hun politieke kleur, hun aanhang of hun eigen overtuiging. Door de uitspraak van het Hof wordt een status quo vandaag onmogelijk gemaakt. De Commissie verwacht in mei een antwoord van ons land. Indien dit niet gebeurt zal de Belgische staat officieel vervolgd worden.